Boosheid: onze meest onbegerepen emotie

In mijn laatste blog schreef ik over hoe verwoestend chronisch onjuiste afstemming kan zijn voor een opgroeiend kind. Ik beschreef hoe het kind leert om te gaan met een bepaald niveau van emotionele deprivatie. Hoe dit doorzet in volwassenheid. Om dan als volwassene voor iedereen te zorgen en jezelf steeds op de laatste plek zetten.
Het is alsof je eigen behoeften en hartsverlangens in beton zijn gegoten. Maar dat is niet het hele verhaal....

Een nog veel grotere vraag voor mij is wat dat jonge kind doet met als die ongeuite frustratie die ze voelt wanneer ze moet leven met chronisch onbeantwoorde behoeften? Het eenvoudige antwoord is dat ze het opkropt. En dit wordt een levenslang patroon. Onder het gedrag van dat ogenschijnlijk aardige meisje of de brave jongen schuilt vaak een immense wrok.

Heb je je wel eens afgevaagd waar verkeersagressie vandaan komt? Tuurlijk, niemand houdt ervan om afgesneden te worden. Maar is hoe we reageren niet heftiger dan wat passend zou zijn bij de situatie? Waarom exploderen we wanneer een vreemde ons afsnijdt? Op wie zijn we eigenlijk echt boos?

Heb je jezelf de vraag wel eens gesteld hoe het komt dat je ineens de kleur van het shirt van je partner niet meer kan uitstaan? Of de toon waarop hij “goedemorgen” tegen je zei? Misschien ben je in deze situaties wel boos over iets heel anders en heb je jezelf nog niet toegestaan wat er op een dieper level aan de hand is.

Ik heb zojuist een paar manieren beschreven waarop we toegedekte boosheid en frustratie uiten zonder dat anderen dat in de gaten hebben. Afreageren op de buitenwereld (acting-out) is een manier om om te gaan met al die opgekropte woede. Maar er is ook een andere manier. Acting-in. We vallen onszelf aan in plaats van de ander. We worden daadwerkelijk onze ergste vijand. We behandelen onszelf met een brutaliteit die we nooit naar een ander zouden uiten. Au! Waarom gebeurd dit? Je bent tenslotte niet geboren jezelf hatende, toch? Nee. Dat is iets wat we gaandeweg leren.

Dr. Laurence Heller, ontwikkelaar van het NeuroAffectie Relational Model (NARM), zegt dat het gevoel van dat er in de basis echt iets niet oké is aan onszelf altijd tot stand komt in relatie met een ander. Dit ontstaat niet in een vacuüm. Stel dat een kind opgroeit in een omgeving waarin hun eerste protest genegeerd, van tafel geveegd of bestraft werd (i.e. chronisch onjuiste afstemming). Het resultaat van hoe ze behandeld worden is dat het kind gaat geloven dat hun behoeften en gevoelens slecht zijn. En dat zij zelf slecht zijn omdat ze ze hebben. Deze kinderen dragen dit gevoel van slecht-zijn mee in volwassenheid.

Samenvattend; wanneer kinderen chronisch onjuiste afstemming ervaren gaan ze om met de boosheid die eruit voort komt door het op te kroppen. Vervolgens wordt deze opgekropte boosheid geuit op de buitenwereld als reactief en ongezonde agressie en/of naar binnen gericht als zelf-kritiek en zelf-haat. Deze patronen zijn hardnekkig, zelf in ons volwassen leven en zorgen voor allerlei moeilijkheden. Het goede nieuws is dat er iets aan gedaan kan worden.

Welke alternatieven zijn er op acting-out en acting-in wanneer we boosheid ervaren? Alle emoties zijn communicatie met onze omgeving. Emoties hebben een intentie. Wanneer we boosheid voelen, gaat dat meestal over de noodzaak om “stop” en/of “nee” te zeggen. In welke vorm dan ook. Wanneer we in staat zijn bij onze boosheid te zijn. Het te tolereren en te luisteren naar de boodschap die het heeft, is er geen noodzaak om naar binnen of buiten af te reageren. In plaats daarvan voelen we verbinding met dat wat er écht toe doet voor onszelf.
Wanneer we niet in verbinding met onze boosheid leven, laten we onszelf geen “nee” zeggen wanneer het er toe doet.
Hoe zeer we ook een hekel hebben aan het voelen van boosheid, we hebben het nodig om gezond protest toe te laten. Overweeg dit maar eens. Het is werkelijk niet mogelijk om een heel leven lang in een lichaam door te brengen zonder dat je een noodzaak voor protest tegenkomt, om met overtuiging te zeggen: “Ik vind dit niet fijn. Stop.”

Naar mijn mening kun je, wanneer je niet in stat met om “nee” te zeggen ook niet vol overtuiging “ja” zeggen tegen je hartsverlangens. We raken begraven in het drijfzand van ambivalentie in plaats helderheid te ervaren voor een duidelijke ja of nee. We voelen ons vast zitten in plaats van helder en vrij. Dr. Heller zegt dat het uiten van gezonde agressie heel erg van belang is, omdat als we nee of stop zeggen we ‘onze eigen kant kiezen’ in plaats onszelf verraden of opgeven.

Hoe helder zijn jouw grenzen? Is het gemakkelijk of stressvol voor je om “stop” te zeggen tegen iemand die je aanraakt op een manier die je niet prettig vindt? Een nare opmerking maakt die je pijnlijk vindt? Of een beslissing maakt die gevolgen voor jou heeft, zonder dat jij eerst bent gevraagd? Kies jij je eigen kant of krop je geregeld op wat je niet fijn vindt?

Dr. Heller zei recent in een webinar “wanneer er geen ruimte is voor gezonde zelf-expressie, inclusief gepaste agressie of protest wanneer noodzakelijk in een relatie, dan heb je niet écht een relatie.” Dat is een sterke uitspraak, maar heel, heel erg waar wat mij betreft. We hebben een gezonde relatie met boosheid nodig. Die van onszelf en die van de ander. Want juist dit zorgt voor de vervullende relaties met anderen waar we zo naar verlangen.

“Maar er was zoveel agressie en geweld toen ik opgroeide en ik wil niet zoals zij zijn.” Dit hoor ik geregeld van mensen die hun eigen relatie tot boosheid heronderhandelen. Ik wil dat je weet dat er een enorm verschil is tussen boosheid en geweld. Tussen het voelen en dragen van je eigen boosheid versus woedend exploderen en iemand anders verbaal of fysiek pijn doen. We verwarren ze.
Wanneer we onze eigen boosheid voelen, erbij kunnen blijven en de intentie ervan weten, dan kunnen we kiezen welke, en of we überhaupt actie we ondernemen. Door eigenaar van onze eigen boosheid te worden worden we al veel minder reactief. Met dit bewustzijn worden we geen agressieve vaders & moeders. In plaats daarvan zijn we een rolmodel in het omgaan met gezonde agressie.

Deze keus kwam ik met regelmaat tegen in mijn eigen reis naar herstel. In het doorwerken van mijn eigen traumatische ervaringen voelde ik met regelmaat woede richting onder andere mijn ouders. Uitte ik deze boosheid direct naar hen? Nee. Dat zou niet respectvol en zelfs grensoverschrijdend naar hen zijn. Maar door eigenaar te worden van de boosheid die jarenlang begraven lag ergens diep in mij, maar ook te voelen wat de intentie onder die boosheid was (“stop  mij pijn te doen”), kon ik ervaren hoe het iets compleet maakte wat altijd nog een open wond was. Zonder dat ik het direct naar ze hoefde te uitten. Onze relatie verbeterde doordat ik me meer en meer op mijn gemak voelde. Ik droeg zoveel minder oude wrok. Naar mijn idee is het doen van het werk voor onze persoonlijke groei de belangrijkste manier waarop we onze relaties met anderen kunnen verbeteren.

Waarom is boosheid zo belangrijk? We zijn gemaakt om protest te voelen tegen dat wat pijn doet, dat wat schendt, dat wat we niet leuk vinden. Wanneer we vrienden maken waarbij boosheid onderdeel mag zijn, ontwikkelen we een spectrum van responsen onszelf. Een palet waarvan we kunnen kiezen hoe we willen dat anderen met ons omgaan. We worden tegelijk ook minder van ons pad gebracht door de boosheid van de ander. Daardoor kunnen we makkelijk aanwezig blijven bij hen op een manier die de liefde en verbinding alleen maar sterker maakt. Ook neemt onze zelf-kritiek af omdat we ongeuite boosheid niet langer op onszelf richten.

Hoe maak je een begin met het worden van vrienden met boosheid? Begin met overwegen of je vaak reageert op kleine dingen. Dit zou een teken kunnen zijn van boosheid die weglekt uit iets wat veel dieper ligt. Dan spoel je het filmpje van de gebeurtenis terug en probeer je te ontdekken waar de reactie startte en waar de boosheid eigenlijk écht over gaat. Vaak, wanneer we terugspoelen vinden we iets wat we niet verwachtte. Misschien wel een ‘nee’ of juist een behoefte die we niet hebben uitgesproken. We verbinden ons meer met ons werkelijke behoeften en gevoelens.

Tijd nemen om echt die verbinding met jezelf aan te gaan helpt ons onze harten vrij te maken van het betonnen gietsel. Hoe meer we ons verbinden met ons hart, des te meer voelen we ons vrij om voluit te leven. Is dat niet wat we allemaal in ons diepste willen?

Door Linda Riemsdijk  - 9 augustus 2019

 

Bronnen:
Healing Developmental Trauma. L. Heller and A. LaPierre. 2012. North Atlantic Books, Berkely California.